Venezuela is nu niet bepaald een land dat bekendstaat om zijn stabiliteit en vermogen om een gezonde financiële huishouding te voeren.
Erger nog, het Zuid-Amerikaanse land kijkt aan tegen een belangrijke financiële crisis, die nog verder gaat, en bovendien zijn er heel wat schulden die binnenkort vervallen en moeten worden terugbetaald.
In het licht hiervan blijft Venezuela constant een beroep doen op zijn goudvoorraad, die elke dag meer slinkt. In een rapport dat onlangs verscheen, bleek dat Venezuela meer dan 60 metrische ton goud, goed voor een waarde van 2,24 miljard dollar, in het eerste kwartaal van dit jaar had verscheept naar Zwitserland. In maart alleen al werd er 12 metrische ton verscheept met een totale waarde van ongeveer 485 miljoen dollar.
Wat betekenen deze cijfers nu concreet? Dat Venezuela het goud moet verkopen om aan zijn steeds groter wordende financiële strop te ontsnappen.
Volgens cijfers van de Venezolaanse centrale bank, had het land per eind 2015 zowat 10 miljard dollar in goud. Die 10 miljard dollar betekent dat Venezuela vorig jaar zowat 4,5 miljard dollar aan goud had verbrast. Met de 2,24 miljard dollar die het land de afgelopen drie maanden heeft versleept naar Zwitserland, blijft er nu nog maar 7,8 miljard dollar aan goudwaarde over.
Het land zit in een slechte financiële positie. Bedrijven zoals Halliburton en Schlumberger schorten nu al de werkzaamheden in Venezuela op als een gevolg van betalingsproblemen.
Landen die hun goud verkopen, zitten vaak in de penarie. Voor particulieren die hun goud verkopen, geldt dat meestal ook. Want waarom zou je in de huidige omstandigheden, die nooit moeilijker zijn geweest, je goud verkopen? Je krijgt er fiatgeld voor in de plaats dat alleen maar minder waard wordt. Een slecht idee dus, dat je beter niet uitvoert.
Integendeel, je doet er beter aan om aan de huidige lage prijzen nog een mooie voorraad fysiek zilver en goud in te slaan, dat je veilig opbergt.
[xyz-ihs snippet=”goud”]