Zaterdag 1 oktober was voor de wereldeconomie een zeer belangrijke datum. Op die dag kwam de Chinese renminbi immers in het mandje terecht van de wereldreservevaluta’s, samen in het clubje met de Amerikaanse dollar, de euro, de Japanse yen en het Brits pond.
De beslissing van het Internationaal Monetair Funds om de renminbi ‘speciale trekkingsrechten’ toe te kennen (wat reeds werd aangekondigd door het IMF in november vorig jaar) is het resultaat van meerdere jaren werk van de Chinese overheid om eindelijk tot het clubje van wereldwijde financiële zwaargewichten te komen.
Ondanks de vrees dat de renminbi de dominante status van de Amerikaanse dollar in de wereldwijde markten zal opslorpen, zal de greenback zijn status als wereldwijde reservemunt wel behouden. Althans, voor de afzienbare tijd. Goudbeleggers moeten echter wel rekening houden met de opkomst van de renminbi, aangezien de Chinese economie blijft groeien en invloed blijft uitoefenen op het wereldwijde front.
De opname van de renminbi in het mandje van reservevaluta’s van het IMF is de facto een goedkeuring, wat ervoor zorgt dat de Chinese munt alom aanvaard wordt en liquide kan worden verhandeld.
De Chinese valuta speelt een kleine maar groeiende rol op het internationale toneel. Dankzij de speciale trekkingsrechten zullen meer wereldwijde centrale banken de renminbi toevoegen aan hun reserves. Er zullen meer zakelijke transacties worden afgewikkeld in renminbi, meer dan de 2% van de handel die in 2014 in renminbi gebeurde.
De meeste grondstoffen zoals olie en aardgas en edelmetalen zullen in dollar geprijsd blijven worden. Maar de status van de dollar als wereldmunt is niet eeuwig. Vooral de overheidsschuld weegt als een zware last op de munt. Het is dus niet uit te sluiten dat in de toekomst andere valuta’s gebruikt zullen worden om activa zoals goud en zilver te prijzen.
[xyz-ihs snippet=”monsterbox”]