Accountantskantoor EY heeft zijn beroep ingetrokken tegen een zaak voor het Hooggerechtshof in het Verenigd Koninkrijk, waarin een voormalig partner een schadevergoeding van 10,8 miljoen dollar kreeg toegewezen nadat hij een auditschandaal aan het licht had gebracht.
De groep zou dit jaar in beroep gaan tegen een uitspraak van het Hooggerechtshof ten gunste van Amjad Rihan, die beweerde dat hij bij EY was weggestuurd nadat hij alarm had geslagen over een klant in Dubai die verdacht werd van het witwassen van geld en het smokkelen van goud.
Het Hooggerechtshof oordeelde dat EY zijn professionele plichten had verzaakt bij de afhandeling van de audit van Kaloti Jewellery International in Dubai in 2013.
Rihan beweerde dat EY zijn bezorgdheid over grote sommen contant geld, die door het bedrijf werden uitbetaald, en over goudstaven die als zilver waren vermomd om handelsbeperkingen te omzeilen, had verzwegen.
Een rechter kende Rihan, die als partner belast was met de audit, een schadevergoeding van 10,8 miljoen dollar toe nadat hij de rechtszaak tegen EY had aangespannen.
Rihan gaf tegenover de Financial Times te kennen dat het besluit van EY om het beroep in te trekken eindelijk een streep zette onder zijn acht jaar durende juridische strijd.
Hij roept op tot een betere handhaving van en toezicht op de boekhoudsector, dat de afgelopen jaren werd geteisterd door een reeks schandalen.
De problemen trekken de kwaliteit in twijfel van de audits door de Big Four, de vier grootste accountantskantoren wereldwijd, namelijk PwC, Deloitte, KPMG en EY.
Rihan: “Auditing exists to enhance confidence in what’s being audited. The number of scandals we’ve seen in the last decade demonstrates an urgent need for proper enforcement to rescue the auditing industry’s reputation so that it actually does what it’s supposed to do”
De uitspraak in de zaak-Rihan was een klap voor EY, dat in het Verenigd Koninkrijk wordt onderzocht voor zijn controle van het voormalige FTSE 100-bedrijf NMC Health, een exploitant van gezondheidszorg in de VAE, en dat vragen heeft over zijn controles van het Duitse betalingsbedrijf Wirecard.
Rihan, die werd vertegenwoordigd door advocatenkantoor Leigh Day, daagde voor de Engelse rechtbank vier entiteiten van EY voor de rechter, waaronder de wereldwijde en Europese bedrijfsonderdelen van EY, omdat hij van mening was dat de verantwoordelijkheid voor het schandaal in Dubai niet beperkt was tot de regio.
Zijn zaak heeft ruimere implicaties omdat zij onderstreept dat grote ondernemingen met hoofdzetel in Londen voor het High Court kunnen worden gedaagd door klokkenluiders, voor de vermeende daden van hun overzeese dochterondernemingen.
Bronnen: Financial Times, BBC
Foto: Flickr