Even een fictief voorbeeld om snel een punt te maken, maar stel dat je de koning bent van Lalalaland en je economie 100 miljard euro groot is.
Wat zou er met je economie gebeuren als je 10 miljard euro vers geld drukt en onder de bevolking uitdeelt?
Er spelen natuurlijk allerhande factoren en het is een beetje kort door de bocht, maar je hoeft geen hogere wiskunde te begrijpen om te beseffen dat het BNP van Lalalaland straks in de buurt van 110 miljard euro zal uitkomen, toch?
Zullen economen dan beweren dat de economische groei van Lalalaland 10% bedraagt?
Nee, want zij zullen een inflatiecorrectie doen en zo uitkomen op de reële economische groei.
Als de inflatie 3% bedraagt, is er sprake van 7% reële groei.
Als de inflatie 7% bedraagt, is er slechts sprake van 3% reële groei.
En aangezien koningen, presidenten, politiekers, centraal bankiers, … allemaal graag uitpakken met goede economische cijfers en een groeiende economie, heeft iedereen er natuurlijk alle belang bij om de inflatie zo laag mogelijk in te schatten.
Zowel in de VS als in de EU liggen de officiële inflatiecijfers momenteel net boven de 2%.
Ik schrijf pertinent “officiële inflatiecijfers”.
Je moet wel heel erg naïef zijn om dat soort statistieken nog serieus te nemen.
Iedereen die leeft in de echte wereld weet natuurlijk dat de werkelijke inflatie een heel stuk hoger ligt.
Onderstaande afbeelding maakt dat mooi duidelijk.
Spaarders ontdekken dat het geld op de bank in snel tempo aan koopkracht vermindert.
Je kan steeds minder kopen met het geld dat je opzij had staan, en de makkelijkste manier om je koopkracht te conserveren, is via het bezit van edelmetaal.
Over lange periodes behoudt edelmetaal z’n koopkracht, zoals af te lezen aan deze grafiek.
Huizen worden duurder in fiatgeld, maar gemeten in goud betaal je maar hetzelfde dan 70 jaar geleden.
Dat is wat we een “store of value” noemen!