Als Californië een land was, zou men de vierde grootste economie van de wereld hebben.
Kleiner dan de VS, China en Japan, maar groter dan Duitsland, Groot-Brittannië en India.
Wie Californië zegt, denkt natuurlijk aan San Francisco en de techbedrijven die er gehuisvest zijn: Google, Apple, Nvidia, …
Het BNP van de Golden State vertegenwoordigt 15% van het BNP van heel de VS.
Gouverneur Gavin Newsom voorspelde voor dit jaar een begrotingsoverschot van $100 miljard.
Maar een rapport van Legislative Analyst’s Office voorspelt nu voor het huidige fiscale jaar een tekort van $5,4 miljard.
Vanwaar die plotse en drastische ommekeer?
In Californië worden 49% van de belastingen betaald door de 1% rijksten en aangezien hun inkomen voor een groot deel bestaat uit meerwaarden op aandelen, surfen de staatsfinanciën mee op de golven van de beurs.
Dit fenomeen beperkt zich niet alleen tot Californië, maar kan ook -in iets mindere mate weliswaar- doorgetrokken worden naar de rest van de Verenigde Staten.
De fiscale ontvangsten zijn zeer sterk gelinkt aan de financiële markten en eens de beurskoersen sputteren, vloeit er minder geld naar de fiscale koffers.
Zo zagen we in november de belastingontvangsten al met 11% terugvallen tot $251 miljard.
Terwijl de inkomsten daalden, stegen echter de uitgaven van $473 miljard naar $499 miljard waardoor het totale tekort uitkwam op $248 miljard.
Je moet geen groot licht zijn om te beseffen dat $2 uitgeven voor iedere $1 die je binnenkrijgt geen duurzaam model is. Dat kan iedereen zien.
Maar in de VS is er geen draagvlak voor besparingen, noch voor belastingverhogingen waardoor er maar één uitweg resteert en dat is het bijdrukken van de tekorten.
De Fed speelt het momenteel hard maar als men dit beleid doorzet, zullen er weinig meerwaarden te rapen zijn op de beurs waardoor de fiscale situatie van de VS verder ontspoort.
Erg rekbaar is dat dus niet en je voelt zo aan dat men vroeg of laat weer de voet van de rem moet halen.
Von Mises beschreef hetgeen we vandaag zien al perfect in zijn boek Human Action:
“Deze eerste fase van het inflatoire proces kan vele jaren duren. Zolang het duurt, zijn de prijzen van veel goederen en diensten nog niet aangepast aan de gewijzigde geldhoeveelheid. Er zijn nog steeds mensen in het land die zich nog niet bewust zijn van het feit dat ze worden geconfronteerd met een prijsrevolutie die uiteindelijk zal resulteren in een aanzienlijke stijging van alle prijzen.
Deze mensen geloven nog steeds dat de prijzen op een dag zullen dalen. In afwachting van deze dag beperken ze hun aankopen en verhogen ze tegelijkertijd hun contanten. Zolang dergelijke ideeën leven, is het voor de regering nog niet te laat om het inflatiebeleid op te geven.
Maar dan, eindelijk, wordt de massa wakker. Ze worden zich plotseling bewust van het feit dat inflatie een bewust beleid is en eindeloos zal doorgaan. Er treedt een storing op. De crack-up boom verschijnt. Iedereen wil graag zijn geld ruilen voor ‘echte’ goederen, of hij ze nu nodig heeft of niet, hoeveel geld hij er ook voor moet betalen.”
Zoals Von Mises het beschrijft, zijn er twee groepen mensen.
Een kleinere groep geïnformeerde mensen die kennis hebben van economie en beseffen dat wanneer de geldhoeveelheid maal tien gaat, de prijzen van goederen en diensten vroeg of laat ook maal tien gaan.