Amper een maand geleden, begin augustus, was de HUI-index begonnen aan een enorm sterk jaar. De goudmijnaandelen waren nog nooit zo populair geweest bij beleggers en speculanten. De vooraanstaande index was op dat moment afgesloten op het hoogste peil in meer dan drie jaar. De index sloot op 4 augustus af op een stand van 284,1 punten. De goudmijnen waren ‘all over the place’ op de mainstream media, inclusief CNBC.
Mensen zoals Maarten Verheyen hadden al maanden gezegd dat de goudmijnaandelen klaar stonden voor een enorme run-up. En dat is dan ook precies wat er gebeurde.
Een correctie was uiteraard niet uitgesloten, en dat had te maken met het niveau van de bullishness. Iedereen was bijzonder positief geworden voor goudmijnaandelen. Maar tot dusver was er nog geen noemenswaardige correctie geweest. Een correctie van slechts 10% kunnen we nog niet als een berenmarkt beschouwen. Dit is gewoon een pullback. Zodra we een correctie van 20% zien, kunnen we spreken van een berenmarkt.
Eind juli werd die correctie al snel afgeblokt doordat het goud zelf fors hoger ging in de nasleep van de jongste beleidsmeeting van de Fed. In het FOMC statement dat werd vrijgegeven in de namiddag van 27 juli, werden er geen hints gegeven over een nakende renteverhoging in september. Hierdoor ging het goud 1,6% hoger en knalde de HUI 4,7% hoger.
De zomerrally zorgde ervoor dat de HUI-index iets hoger ging begin augustus. Maar het onvermijdelijke verkoopgedrag zette zich in gang.
Momenteel staan de goudmijnaandelen verder onder druk, en dat is op zich geen slechte zaak. Wanneer een dergelijke activaklasse op indexniveau meer dan 100% stijgt op een periode van een halfjaar, smeekt dat om een correctie. Maar dat betekent niet dat de stierenmarkt achter de rug is, integendeel.
Het beste moet nog komen als we naar goudmijn stierenmarkten uit het verleden kijken. Beleggers kunnen zich hiervoor positioneren.
[xyz-ihs snippet=”goud”]