China is op zoek naar alternatieven voor de Amerikaanse dollar als reservevaluta nadat westerse landen vorige week de buitenlandse tegoeden van de centrale bank van Rusland hebben bevroren, aldus Kenneth Rogoff, voormalig hoofdeconoom van het IMF.
De inbeslagneming van Russische tegoeden heeft geen precedent in de naoorlogse geschiedenis, en schept een precedent voor soortgelijke acties tegen China in het geval van vijandelijkheden over Taiwan, geeft Rogoff te kennen.
Maar zowel Rusland als China weten al geruime tijd dat zij moeten de-dollariseren en daarom hebben beide landen ook hun goudreserves zo gestaag uitgebreid.
China is tot nu toe echter niet erg transparant geweest over haar goudreserves en heeft waarschijnlijk veel meer goud in bezit dan waar zij tot nu toe melding van heeft gemaakt.
Waarom dat zo is, is niet moeilijk te bedenken. Ten eerste: China bezit nog steeds meer dan 3 biljoen aan Amerikaanse dollars, meer dan het jaarlijkse BBP van het Verenigd Koninkrijk.
Het bezit van de US-dollar overschaduwt dat van elk ander land en China zal niet willen dat dit naar nul gaat – nog niet, in ieder geval.
Kijk dan eens naar de goudreserves. Het heeft officieel 1.948 ton goud in reserves wat nauwelijks 3 procent uitmaakt van haar deviezenreserves. Ter vergelijking: de goudreserves van de VS boven de 8.000 ton bedragen meer dan 65 procent van de totale reserves.
Echter, in 2007 heeft China Zuid-Afrika ingehaald als ’s werelds grootste goudproducent en sindsdien is het dat altijd gebleven. In het afgelopen decennium heeft het ongeveer 15 procent van al het goud geproduceerd dat in de wereld werd gedolven.
Sinds 2000 heeft China zo’n 6.830 ton goud gedolven en meer dan de helft van de Chinese goudproductie is in handen van de staat. China houdt al het goud dat het delft en de export van de binnenlandse mijnproductie is niet toegestaan.
Omdat de reserves in eigen land slinken, hebben Chinese mijnbouwbedrijven ook activa in het buitenland gekocht, in Afrika, Zuid-Amerika en Azië. Die internationale productie overtreft de binnenlandse productie – in 2020 met ongeveer 15 ton.
Ten tweede is China niet alleen de grootste producent, maar ook ’s werelds grootste importeur. Goudimport via Zwitserland en Dubai wordt niet altijd aangegeven, maar we weten wel dat alleen al via Hongkong sinds 2000 meer dan 6.700 ton het land is binnengekomen.
Voeg dat bij de cumulatieve goudproductie sinds 2000, en je komt op een cijfer van meer dan 13.500 ton!
Of het nu geïmporteerd, gedolven of gerecycled wordt, het meeste goud dat China binnenkomt, gaat via de Shanghai Gold Exchange (SGE), met inbegrip van het uit Hongkong geïmporteerde goud.
De opnames door de SGE kunnen dus als een soort benadering van de vraag dienen: sinds 2008 is bijna 22.000 ton aan de SGE onttrokken.
Daar komt nog het goud bij dat vóór 2000 in China werd aangehouden, hetzij als ongemunt goud, hetzij als sieraden. De World Gold Council schat het aantal gouden sieraden in particulier bezit op 2.500 ton. Voeg daarbij de binnenlandse mijnbouw en de officiële reserves en je komt op een cijfer van ongeveer 4.000 ton.
Als je alles bij elkaar optelt – cumulatieve productie, import en bestaande voorraden – kom je uit op een cijfer dat boven de 30.000 ton ligt! Het wil niet zeggen dat het dat ook is, maar een goudreserve boven de 10.000 ton is helemaal niet gek gedacht.
China kan echter op geen enkele manier verklaren dat het zulke grote goudvoorraden heeft. Nog niet in ieder geval – het zou een ongewenste stijging van zowel de yuan als de goudprijs veroorzaken. En de 3,2 triljoen dollar aan Chinese deviezenreserves zouden daarmee per direct worden gedevalueerd.
Bovendien zou het verklaren van zoveel goud een directe uitdaging zijn aan de Amerikaanse suprematie, iets waar China waarschijnlijk nog niet klaar voor is – of geen behoefte aan heeft.
Bronnen: WGC, Asia Times, Money Week