Dutch disease

Met al dat gas kunnen we niet alleen Nederland warm houden, maar ook de motoren aandrijven van de grootste schepen die de wereld ooit heeft gezien!” 

Deze ludieke uitspraak deed de scheepswerfmagnaat Cornelis Verolme naar aanleiding van de ontdekking van de enorme gasreserves in Groningen. 

Cornelis had zijn bedrijf Rijn-Schelde-Verolme (RSV) na de tweede wereldoorlog uitgebouwd tot één van de meest toonaangevende bedrijven van Nederland en hij was de eerste die mammoettankers met een laadvermogen van 100.000 ton ging bouwen. 

Zijn optimisme over de Nederlandse gasvondsten bleek echter misplaatst. Hij wist het toen nog niet, maar dat Nederlandse gas zou uiteindelijk tot het faillissement van zijn bedrijf leiden. 

De Nederlandse economie profiteerde enorm van de verkoop van gas waardoor de Nederlandse Gulden snel in waarde steeg.

Verolme’s schepen werden hierdoor op de wereldmarkt steeds duurder en hij verloor hierdoor stelselmatig marktaandeel aan goedkopere buitenlandse scheepsbouwers. 

De Nederlandse overheid probeerde om het bedrijf met 2,7 miljard Gulden aan staatssteun overeind te houden, maar in 1983 volgde dan toch nog het faillissement.

Het fenomeen waarbij een plotse stijging van de inkomsten van bepaalde grondstoffen leidt tot een verzwakking van andere sectoren, wordt sindsdien de ‘Dutch Disease’ genoemd.

Wie een beetje tussen de regels leest, kan echter vaststellen dat Trump en zijn team ook de positie van de dollar als reservemunt het label ‘Dutch Disease’ toedichten.

De gelijkenissen zijn in ieder geval treffend. De Nederlanders werden rijk met de export van gas en de Amerikanen met de export van dollars. 

De kunstmatig hoge vraag naar dollars heeft de waarde van de Amerikaanse munt flink opgepompt waardoor de Rust Belts hun competitiviteit verloren. De Amerikaanse industrie kreeg een mokerslag en miljoenen arbeiders uit Pennsylvania, Wisconsin, Ohio, … verloren hun job. 

Het lijkt erop dat Trump in ieder geval het probleem begrijpt:

“Wel, ik denk dat productie een groot probleem is, en iedereen die zich verkiesbaar stelt, zegt dat de VS niet meer hoeft te produceren. We hebben valutaproblemen, zoals je weet. Valuta. Toen ik president was, vocht ik heel sterk en hard met president Xi en met Shinzo Abe. Dus we hebben een groot valutaprobleem vanwege de sterke dollar/zwakke yen en zwakke yuan. En ik vocht altijd tegen hen, weet je, ze wilden hun munt altijd zwak houden. Ze zouden er tegen vechten en ik zei: als je het nog meer verzwakt, zal ik importheffingen op je moeten zetten. Ze gingen zo ver als ze konden met mij, maar ik was er erg streng mee. Niemand praat er nu over. Ik heb met fabrikanten gesproken, ze zeggen dat niemand onze producten wil kopen omdat ze te duur zijn.” 

Ja, dan heb je wel begrepen waar het probleem zit: de Amerikaanse dollar is simpelweg te sterk waardoor de Amerikaanse industrie niet competitief meer is.

China en Japan moeten hun munt laten stijgen ten opzichte van de dollar om het evenwicht weer te herstellen. Als ze daar geen oor naar hebben, zal Trump het evenwicht zelf herstellen via importheffingen. Dergelijke heffingen maken in feite de buitenlandse valuta duurder omdat je een extra taks legt op alles wat je uit bepaalde landen importeert. 

Ook zijn potentiële Vice-President J.D. Vance had het eerder al eens over de ‘Dutch Disease’.

Als senator voor Ohio vertelde hij vorig jaar het volgende tegen Fed-voorzitter Powell:

“Amerikanen hebben de afgelopen acht decennia genoten van één van de grootste privileges van de internationale economie: een sterke dollar die uiteraard fungeert als ’s werelds reservevaluta. Dat weet je nu beter dan ik. Dit is uiteraard geweldig geweest voor de Amerikaanse koopkracht. We genieten van goedkopere import. Amerikanen profiteren van lagere kosten wanneer ze naar het buitenland reizen, maar dit komt wel met een prijs voor Amerikaanse producenten.

Ik denk dat je op sommige manieren kunt stellen dat de reservevalutastatus een enorme subsidie is voor Amerikaanse consumenten, maar een enorme belasting voor Amerikaanse producenten. Nu weet ik dat de sterke dollar een soort heilige koe is van het Washington-consensus, maar wanneer ik de Amerikaanse economie bekijk en onze massale consumptie van voornamelijk nutteloze import aan de ene kant en onze uitgeholde industriële basis aan de andere kant zie, vraag ik me af of de reservevalutastatus ook enkele nadelen heeft en niet alleen maar voordelen.”

Op basis van deze (en andere) opmerkingen hebben we het idee dat Trump af wil van de dollar als reservemunt en aangezien er niet meteen een andere valuta gereed staat om die rol over te nemen, zullen centrale banken vooral naar goud kijken voor hun reserves. Deze trend is reeds volop bezig en zal dus nog versterkt worden bij een eventuele verkiezing van Trump.

En een ander stokpaardje van Trump is uiteraard de sterke dollar en de impact ervan op de Amerikaanse industrie. De VS moet weer gaan produceren en dat kan alleen maar als je eerst de dollar aanzienlijk verzwakt.”

Groeten,

Maarten Verheyen