De goud- en zilverprijzen zetten vrijdag net voor het weekend een bescheiden stijging neer.
We zien vooral wat short covering op de markten, na een aantal eerder teleurstellende markten.
Er zijn ook cash kopers te bespeuren die willen profiteren van koopjes na een terugval.
Maar bepalend vandaag zijn de cijfers die vanuit de VS naar ons komen, met name de PCE-prijsindexen.
Die wordt sterk opgevolgd door de Fed als indicator voor het prijzenpeil in de VS.
De PCE kernindex zal naar verwachting uitkomen op 3,4 procent op jaarbasis.
In april was dat nog 3,1 procent.
Je ziet dat die inflatiecijfers nog steeds erg bepalend zijn voor de evolutie van de goudprijzen op korte termijn.
Op lange termijn zitten we met een aanzienlijke geldontwaarding en die komt ook tot uiting in aanzienlijk hogere vastgoedprijzen.
De huizenprijzen in België zijn jaar op jaar met zo’n 6,5 procent gestegen.
Goud is ook een reëel actief en die prijsstijgingen vinden we ook daar in terug.
Samen met een financiële repressie die de centrale banken voeren en een reële rente die negatief blijft, zorgt dit voor een cocktails van stijgende activaprijzen.