De goudprijs kan je nooit in isolatie bekijken. Je moet de prijs afpunten ten opzichte van de geldhoeveelheid om een idee te krijgen over de waarde.
De hoeveelheid goud in de wereld blijft min of meer hetzelfde, en het is deze constante die goud waardevast maakt.
Hetzelfde kan je natuurlijk niet zeggen over de hoeveelheid geld in omloop. Die durft al eens schommelen. En gewoonlijk schommelt dit getal hoger.
Of zoals in de voorbije weken: massaal hoger!
Ik heb in mijn boekje “Het Eindspel van ons Financieel Systeem” als eens uitgelegd dat je de goudprijs moet afzetten ten opzichte van de “monetary base”.
Hoe meer geld centrale banken in omloop brengen, hoe groter het potentieel van goud.
Goud kan dan wel in waarde stijgen, maar als de geldhoeveelheid nog harder stijgt, wordt goud relatief gezien zelfs goedkoper. Kan je dat een beetje volgen?
Vandaag een jaar geleden bedroeg de “monetary base” van de VS $3.200 miljard. Momenteel zitten we aan $5.068 miljard.
De geldhoeveelheid is met 58% toegenomen. Goud is gedurende deze periode “slechts” 33% in waarde gestegen en dus vandaag eigenlijk goedkoper dan een jaar geleden.
Ok, we weten nu hoeveel dollars er in omloop zijn en dat er steeds meer valuta in circulatie wordt gebracht.
Hoeveel goud staat daar nu tegenover? De Amerikaanse overheid bezit 261 miljoen ounces goud. Aan de huidige koersen heeft die stapel een waarde van $453 miljard.
De VS heeft voor $5.068 miljard aan geld in omloop en daar staat een goudvoorraad van $453 miljard tegenover.
Iedere dollar is dus voor amper 8,9% gedekt door goud.
Dat is heel erg weinig, zoals vast te stellen in onderstaande grafiek.
Goud is historisch gezien goedkoop wanneer de waarde 20% bedraagt van de monetary base. We zitten niet ééns aan de helft vandaag.
Goud blijft een koopje, ondanks de stijgingen die we tot op heden reeds gezien hebben. En als de Federal Reserve aan dit tempo de geldpersen blijft bedienen, dan neemt de onderwaardering zelfs nog toe.
Dat moet een unicum zijn. Een belegging die én in waarde stijgt én tegelijkertijd ook nog eens relatief goedkoper wordt.
Wanneer mogen we dan aan verkopen denken?
Bovenstaande grafiek spreekt van overwaardering wanneer de monetary base voor meer dan 130% gedekt wordt door goud.
Laten we het in dit geval even op 100% houden.
Dan moet je de huidige geldhoeveelheid, zijnde $5.068 miljard, delen door de 261 miljoen ounces die de VS in bezit heeft.
De rekensom leidt ons naar een goudprijs van $19.417 per ounce!
Of we effectief een dergelijke prijs op de tabellen zullen zien, laat ik het in het midden. Maar het geeft in ieder geval aan hoeveel potentieel er is.
En als we dan toch aan het waarderen zijn: tot welke prijs kan zilver stijgen in zo’n geval?
Wel, als we $19.417 betalen voor een ounce en zilver keert terug naar een gemiddelde goud/zilver-ratio van 45, dan zitten we aan een zilverprijs van $431 per ounce.
We zouden ook, zoals we dat ook zagen in de jaren ‘80, een overshoot kunnen krijgen van de zilverprijs en terugkeren naar de historische verhouding van 16. (zoek het maar op, gedurende duizenden jaren kreeg je 16 ounces zilver voor één ounce goud).
Een verhouding van 16 geeft een zilverprijs van … $1.213 per ounce!
Crazy cijfers, ik weet het.
En of zilver nu naar $150 … $450 … of zelfs $1.200 gaat, maakt op dit moment eigenlijk amper uit.
Zilver is aan deze prijs één van de goedkoopste beleggingen die ik ken, en iedereen die de bovenstaande cijfers analyseert, kan diezelfde conclusie maken.