Wist je dat tot 1973, Amerikaanse burgers geen goud mochten hebben? Dat is een rechtstreeks gevolg van de Amerikaanse Grote Depressie die zich afspeelde in de jaren 30.
In 1933 had de Grote Depressie in de VS immers een ernstige bankencrisis uitgelokt. Steeds meer banken gingen op de fles. Een aanzienlijk aantal instellingen sloot de deuren, en dat leidde tot een vermindering van de geldgroei, en het zorgde ervoor dat de handel helemaal in het slop geraakte. President Franklin D. Roosevelt wist dat er dringend iets moest gebeuren.
De Amerikanen gingen immers massaal naar de Federal Reserve banken om hun papiergeld om te zetten in goud. Dat zorgde voor een enorme uitstroom van goud uit de Federal Reserve aangezien mensen liever fysiek goud aanhielden dan papiergeld.
Er waren ook geruchten dat de Federal Reserve Bank of New York zijn verplichtingen om papiergeld om te zetten in goud, niet langer kon waarmaken. Daarom kondigde president Roosevelt in maart 1933 een banking holiday af. Hij gaf een Executive Order uit dat zei dat alle Amerikanen het goud dat ze hadden, moesten afgeven aan een Federal Reserve bank, en verbood daarna het private bezit van alle goudmunten en goudstaven.
In 1975 werd het dankzij het lobbywerk van enkele belangrijke Amerikanen opnieuw toegelaten om goud te hebben. Hiermee willen we aantonen dat Amerikanen blijkbaar de juiste lessen hebben getrokken uit het belang van goud. In een depressie zoals de Amerikanen die in de jaren 30 hadden meegemaakt, heb je fysiek goud en zilver in eigen bezit broodnodig. De banken sloten immers van de ene dag op de andere.
In Europa is men helemaal zo ver nog niet. Hier wordt goud bekeken als een belegging voor rare kwasten. Zoals zo vaak zit de consensus er naast, en wordt goud geridiculiseerd. Dat is in feite een goede contra-indicator, zodat beleggers die in goud en zilver beleggen, helemaal niet moeten vrezen dat ze in een zeepbel zitten. En wel integendeel!
[xyz-ihs snippet=”monsterbox”]