Vol verwachtingen stapte ik 25 jaar geleden het hoofdkantoor van een grote Belgische bank binnen. Mijn eerste job! Eindelijk!
Ik haatte school en ik was content dat ik verlost was van het leren van al die onzin die in het gewone leven toch amper waarde zou hebben. Ik had al snel door dat theorie en praktijk twee héél verschillende zaken waren.
Ik kwam terecht op de afdeling beurs. De back-office. Ik kan nog steeds niet goed uitleggen wat mijn taak er precies was maar in het kort moest ik ervoor zorgen dat de effecten die klanten in hun account hadden ook effectief ergens in de boeken van de bank stonden.
Na enkele weken had ik er al genoeg van. Het was een vreselijke saaie job en ik voelde me werkelijk bedrogen door alles en iedereen.
Ik had jarenlang van iedereen gehoord dat als je maar zorgde voor een diploma je later een leuke job kon doen. Wie dat niet deed, zou terechtkomen aan de productielijn van een autofabriek. Eerlijk gezegd zag ik in die tijd nog amper het verschil tussen de twee.
Ik trok mijn stoute schoenen aan, belde de HR-dienst op en vertelde hen dat deze job me niet lag. Ik was zeker dat ik ontslagen zou worden, maar wat had ik in feite te verliezen? In geen enkel geval zou ik dit nog veel langer doen.
Ik had geluk en mocht naar een andere afdeling: verwerking van beursorders. Dat ging toen allemaal telefonisch. Als je indertijd een order op de beurs plaatste, wist je ook pas de volgende dag of het ook effectief uitgevoerd was. Ik kreeg iedere dag bankdirecteurs aan de lijn die me vroegen waarom hun order op NASDAQ niet uitgevoerd was.
Ze begrepen maar niet dat enkel een market-maker kon kopen aan de bid. Ik had er als 21-jarige betweter eigenlijk wel plezier in om te doen alsof ze oliedom waren dat ze dat niet wisten 🙂
Toen de bank 9 maanden later het hoofdkantoor verhuisde naar Brussel, besloot ik om mijn ontslag te geven. Ik had er niks in gezien om dagelijks 4u op de trein te zitten.
Ik heb toen een tijdje gezocht naar een andere job maar dat was geen succes. Ik probeerde bedrijven genoeg maar na enkele weken was ik ofwel hen beu ofwel zij mij.
Ik had nog even hoop toen ik als beleggingsadviseur terecht kon bij een bank die snel opmars maakte in Limburg. Stel je niet teveel voor van het woordje ‘adviseur’. Je bent gewoon een verkoper en het is jouw taak om het fonds van de maand door de strot van je klanten te duwen.
Maar bon, ik zou tenminste de ganse dag mogen spreken over hetgeen mij het meest interesseerde: de beurs!
Ik was tevreden dat ik eindelijk een bank had gevonden die het wist te waarderen dat ik in mijn vrije tijd al 2-3u per dag met de beurs bezig was.
Raar genoeg bleek dat bij de concurrentie geen extra troef. Ik kreeg ooit de deur in mijn gezicht omdat ik aangaf enkel met beleggingen bezig te willen zijn. “Niet flexibel genoeg, jongeman.”
Tijdens mijn opleiding als beleggingsadviseur bij de Limburgse bank maakte ik echter snel indruk met mijn kennis. Ik wist meer over de beurs dan die ervaren bankiers en ik had eindelijk het gevoel dat ik op mijn plek zat daar.
Helaas ben ik reeds tijdens mijn opleiding ontslagen. Ze hadden namelijk ‘ontdekt’ dat ik privé een website over de beurs onderhield en dat zinde hen niet. Zo briljant was die ontdekking overigens niet: het stond gewoon op mijn CV. Ze wilden dat ik deze website opgaf, maar daar dacht ik niet aan. Die website zou namelijk mijn ‘verlaat de gevangenis’-kaart worden.
Dus na enkele weken zat ik terug ‘s morgens bij mijn moeder aan de keukentafel te werken aan mijn website.
Waarschijnlijk hebben mijn ouders zich wel afgevraagd wat er van mij moest komen, maar ze lieten mij gelukkig doen zodat ik de ruimte had om te zien wat er van die site zou komen.
De rest van de wereld had wat minder begrip en ik zag hen een ‘L’ op hun voorhoofd maken als ik vertelde dat ik weer maar eens een job was kwijtgespeeld.
Ik lag er niet echt wakker van. Ik had een eindeloos zelfvertrouwen en ik wist dat ik het wel zou maken als ondernemer.
Tijdens mijn eerste jaar realiseerde ik 10.000 euro omzet.
Omzet!
Daarvan moest ik niet alleen mijn bedrijfskosten (internet, hosting, gsm, …) betalen maar ook mijn dagelijkse uitgaven. Ik had het geluk dat ik nog thuis woonde en geen kostgeld moest betalen. Met die 10.000 euro kwam ik dus ruimschoots toe en kreeg ik de tijd om uit te vogelen hoe je het internet kon gebruiken om een bedrijf uit te bouwen.
IK GENOOT VAN IEDERE MINUUT. DIT WAS MIJN GELD DAT IK HE-LE-MAAL ZELF HAD VERDIEND MET MIJN ACTIES EN MIJN IDEEËN.
Ik vond al snel de juiste formule en in mijn tweede jaar steeg de omzet van 10.000 naar 60.000 euro. Ik had nu bewezen dat ik wel degelijk online een bedrijf uit de grond kon stampen en dat was werkelijk een geweldig gevoel. Er gaat niets boven het moment dat je beseft dat hetgeen je voor ogen had met je bedrijf ook effectief aan het lukken is.
En nu ik de juiste formule beet had, was er geen stoppen meer aan.
Mijn omzet verdubbelde zes jaar op rij en opeens had ik voldoende cash flow om ook actief te worden als investeerder. Ik stapte in TradersOnly (in 2019 verkocht aan Lynx) en later ook Goud999. Twee gigantische jackpots. Ik deed ook andere, minder succesvolle investeringen maar die ben ik gelukkig alweer vergeten.
Als ondernemer leerde ik opnieuw dat er een groot verschil is tussen theorie en praktijk. Wie doet wat iedereen doet, krijgt ook dezelfde resultaten als iedereen. Een ondernemer die wil slagen, moet het dus anders aanpakken.
En als belegger is het eigenlijk nog erger. Wie op de beurs doet wat iedereen doet, zit altijd in de verkeerde beleggingen op het verkeerde moment. Dat is het ideale recept om een groot deel van je vermogen kwijt te spelen. De massa voelt veilig en comfortabel aan maar als je geld wil verdienen met je beleggingen, wen je maar beter aan de rol van dwarsligger.
Kopen wanneer anderen niet willen, durven of kunnen. Dat is de manier. Dat en het nodige geduld aan de dag kunnen leggen.
Groeten,
Maarten Verheyen