Je hebt sectoren waar het geld als water binnenstroomt en anderen waar het zout op de patatten niet te verdienen valt.
De beste beleggingen zijn echter te vinden op het keerpunt tussen de twee.
Wanneer een sector van slecht naar goed gaat, omdat de omstandigheden veranderd zijn.
De grondstoffensector is een goed voorbeeld.
Jarenlang werd er amper geïnvesteerd in exploratie en nieuwe productie waardoor er nu overal tekorten opduiken. Dit is momenteel het geval in de oliesector, steenkool, nikkel, koper, enz.
En zelfs nu de prijzen keihard stijgen en de bestaande voorraden slinken, is er geen enkele sense of urgency waar te nemen om het bestaande aanbod te verhogen.
Ik durf zelfs zeggen dat de overheden er alles aan lijken te doen om de tekorten niet alleen in stand te houden, maar zelfs groter te maken.
Zie bijvoorbeeld de discussie die in België gaande is over het belasten van de zogenaamde ‘overwinsten’.
Dit zijn sectoren die vele jaren zwarte sneeuw hebben gezien en nu na enkele goede kwartalen reeds met hogere belastingen om de oren worden geslagen.
Kijk, als de prijzen stijgen omdat de vraag groter is dan het aanbod, ga je dan de prijzen weer omlaag krijgen door de partijen die verantwoordelijk zijn voor het aanbod extra te belasten?
Dit soort belastingen zorgen er alleen maar voor dat bedrijven wel twee keer nadenken vooraleer ze meer geld investeren in extra productie.
Als belegger mogen we dus blijven rekenen op mooie rendementen zolang bedrijven niet massaal de capaciteit verhogen.
En daar is in de verste verte vandaag geen sprake van.
Er wordt niet geïnvesteerd in nieuwe productie en de beschikbare cash vloeit rechtstreeks naar de aandeelhouder in de vorm van dividenden en inkopen van eigen aandelen.