De Panamese shell company Mossack Fonseca heeft mogelijk miljoenen dollars weten te verbergen dat buit gemaakt werd bij de beruchte Brink’s-Mat overval op Heathrow Airport. De overval gebeurde op klaarlichte dag in november 1983.
Bij de overval – die door de Britse media ook wel “the crime of the century” werd genoemd – wist een gemaskerde bende 3,5 ton goud buit te maken ter waarde van £26 miljoen pond. Dat maakte het op dat moment de grootste Britse overval ooit. Vandaag de dag zou dit bedrag neerkomen op een kleine $140 miljoen dollar.
Mossack Fonseca, het advocatenkantoor dat in het middelpunt staat van het enorme online “Panama Papers lek”, zou kunnen hebben bijgedragen om het geld af te schermen van Britse politie onderzoekers, aldus het International Consortium of Investigative Journalists (ICIJ).
Zestien maanden na de overval richtte Mossack Fonseca een shell company op in Panama geregistreerd onder de naam Feberion Inc. ten behoeve van de in Londen gevestigde witwasser Gordon Parry. Parry werd in 1992 gevangen gezet wegens zijn rol in de overval, hij sluisde het edelmetaal dat bij de overval gestolen was weg.
Een van de oprichters van het advocatenkantoor, Jurgen Mossack, werd genoemd als “nominee director” bij Feberion, aldus een interne bedrijfsmemo van Mossack Fonseca gerapporteerd door ICIJ. In de memo schrijft Mossack aan zijn partner Fonseca:
“The company itself has not been used illegally, but it could be that the company invested money through bank accounts and properties that was illegitimately sourced”
De advocaat werd daarna een vertrouwd adviseur van een Panamese vennootschap dat gecontroleerd werd door Parry, die in Spanje was ondergedoken. De ICIJ geeft aan dat het bedrijf pas in 1995 de relatie met Feberion beëindigde.
Het advocatenkantoor ontkende de beschuldigingen en zegt dat Jurgen Mossack niets met Parry te maken heeft gehad. Mossack Fonseca gaf aan de Guardian aan:
“The allegations you make related to the Brink’s-Mat situation are entirely false. At no time did we know about any connection between that robbery and the name Parry. We were and are in the business of selling companies, not running them or their affairs.
The administration of Feberion was entirely the domain of Centre Services. The final owner of the company was never made known to Mr Mossack. Mr Mossack was never contacted by the authorities of any jurisdictions with regard to the Brink’s-Mat robbery. There was no point Mossack Fonseca reporting anything to any authority since the matter was already under investigation”
Bronnen: The Guardian, The National
[xyz-ihs snippet=”goud”]