Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) haalde vandaag een streep door een eerder vonnis van de rechtbank in Rotterdam. De Nederlandsche Bank (DNB) hoeft geen 4,8 miljoen euro schadevergoeding te betalen aan het Pensioenfonds Vereenigde Glasfabrieken.
DNB moest eerder van de rechter betalen omdat de toezichthouder het pensioenfonds jaren terug ten onrechte op de vingers tikte wegens een te grote goudbelegging. Het Pensioenfonds Vereenigde Glasfabrieken verkocht een groot gedeelte van haar goudbelegging op een moment dat DNB bepaalde. De belegging was volgens DNB te risicovol, maar de goudprijs steeg daarna verder.
Het besluit dat DNB fout zat wordt nu in hoger beroep teruggedraaid. Dit komt volgens het CBb omdat het fonds niet aannemelijk heeft kunnen maken dat het daadwerkelijk schade heeft geleden als gevolg van het handelen van DNB. De zaak loopt al jaren en het pensioenfonds bestaat officieel niet meer.
In oktober 2009 breidde het pensioenfonds zijn beleggingen in fysiek goud uit. De toezichthouder vond de belegging tot 13% in goud te groot en risicovol en verlaagde dat tot 3% waarna het pensioenfonds naar de rechter ging. De zaak werd eerder al tot de hoogste rechter doorgeprocedeerd wegens de vraag of die ingreep van DNB wel door de beugel kon. Hierna begon het gesteggel over een schadevergoeding.
Frappant detail is dat DNB zelf behoorlijke goudreserves aanhoudt. Van de 46,9 miljard aan reserves werd in 2010 20,8 miljard aangehouden in goud, meer dan 44 procent. Van de site van DNB:
“De reserves van DNB bedroegen ultimo 2010 EUR 46,9 miljard en bestaan uit externe reserves, een Europortefeuille en een portefeuille Overige financiële activa. De externe reserves kunnen worden uitgesplitst in goud (EUR 20,8 miljard), de Amerikaanse dollarportefeuille (EUR 6,9 miljard) en Special Drawing Rights (SDR-vorderingen op het IMF; EUR 1,9 miljard).
De fysieke goudvoorraad van DNB vervult in tijden van financiële crisis een functie als ultieme reserve en vertrouwensanker. Verder wordt goud aangehouden uit diversificatieoverwegingen”
Het College van Beroep geeft DNB nu uiteindelijk toch gelijk. Het pensioenfonds moest zijn goud noodgedwongen verkopen. Het pensioenfonds kon niet hard maken dat het goud een paar jaar later op de piek zou hebben verkocht. Volgens de rechter was het zelfs aannemelijk dat dit nog later gebeurd zou zijn, waardoor het fonds niet meer zou hebben verdiend dan bij de gedwongen verkoop is gebeurd.
De uitspraak is verder ook relevant voor andere pensioenfondsen, DNB behoudt het recht om zich te bemoeien met het beleggingsbeleid van pensioenfondsen.
Bronnen: Volkskrant, NOS, De Financiële Telegraaf, DNB