De spaartegoeden bereiken in de meeste landen nieuwe recordniveaus en met de oplopende inflatie beginnen spaarders langzaam nerveus te worden.
De rekensom is namelijk enorm simpel. Als je geen rente krijgt op je spaargeld en de inflatie bedraagt 5%, ben je over tien jaar de helft van je koopkracht kwijt.
Wat gaan velen dan doen met hun centen?
Ze kopen een tweede (of derde, vierde, …) woning en zetten deze in de verhuur. Dat brengt dan tenminste nog een paar procent per jaar op. Bovendien houden de woningprijzen gewoonlijk gelijke tred met de inflatie waardoor je koopkracht intact blijft.
Vastgoed is hierdoor een spaarproduct geworden.
Er is dus niet zozeer een tekort aan woningen, maar eerder een overschot aan spaargeld.
Als je de woningmarkt wil afkoelen, hoef je dus niet meer te doen dan te stoppen met geld printen en de rente op te trekken tot een niveau dat de inflatie dekt. Zo simpel is het dus.
Ik maak me op dit vlak echter geen illusies en vermoed dat er eerder zal gekeken worden naar de toegang van beleggers tot de vastgoedmarkt.
Men zal vastgoed een stuk minder aantrekkelijk maken als spaarproduct waardoor beleggers op zoek moeten naar alternatieve activa om de koopkracht te beschermen.
Goud en zilver bijvoorbeeld. |