De Venezolaanse regering heeft onlangs zes nullen van haar hyperinflaterende munteenheid, de bolivar, afgehaald. Het biljet met de hoogste waarde van 1 miljoen bolivar, dat minder dan 0,25 dollar waard was, werd vervangen door een biljet van 1 bolivar.
Tegelijkertijd werd een 100-bolivarbiljet, met een waarde van ongeveer 25 Amerikaanse dollar, ingevoerd als de nieuwe hoogste denominatie van de bolivar.
De valutaomwisseling was bedoeld om de regering de verlegenheid te besparen een biljet van 100 miljoen bolivar te moeten uitgeven, zodat de mensen alledaagse dingen konden kopen zonder met bundels biljetten te hoeven rondlopen, aangezien de prijs van een brood was gestegen tot 7 miljoen oude bolivar.
De willekeurige verlaging van de waarde van de munteenheid zal de inflatie natuurlijk niet afremmen omdat de nieuwe biljetten even goedkoop kunnen worden gedrukt als de oude.
De bolivar heeft alleen al in 2021 73 procent van zijn waarde verloren en het IMF schat dat het jaarlijkse inflatiecijfer eind 2021 zal zijn opgelopen tot 5.500 procent.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat alle Venezolanen, behalve de armste onder hen, de bolivar hebben opgegeven als ruilmiddel, laat staan als waardeopslag of rekeneenheid.
Amerikaanse dollars zijn het ruilmiddel bij uitstek in Caracas en andere grote steden, terwijl de Colombiaanse peso overheerst langs de Colombiaanse grens, met name in de regionale stad San Cristobal.
De Braziliaanse real is gangbaar langs de zuidgrens met Brazilië en ook de euro en cryptocurrencies hebben nichetoepassingen gevonden.
Wat vooral opvallend is, is de spontane opkomst van goudschilfers in een afgelegen regio in het zuidoosten van Venezuela, rond de steden Tumeremo en El Callao.
De regio is rijk aan edelmetalen en heeft een lange goudmijnbouwgeschiedenis. Tegenwoordig worden veel van de grotere mijnen echter gecontroleerd door het regeringsleger, dat de strijd aanbindt met plaatselijke bendes en guerrilla’s.
Ondanks het geweld en de wetteloosheid komen werkloze Venezolanen van heinde en ver naar het gebied om in illegale mijnen te werken in ruil voor betaling in goudklompjes.
Als gevolg daarvan zijn goudschilfers, die met handgereedschap van ruwe goudklompjes worden afgepeld, de valuta bij uitstek in de regio geworden, met prijzen voor goederen en diensten die in grammen goud worden uitgedrukt.
Met een halve gram goud kan er een nacht in een plaatselijk hotel worden doorgebracht, terwijl een maaltijd voor twee personen in een Chinees restaurant en een knipbeurt respectievelijk een kwart van een gram en een achtste gram kosten.
Mensen dragen de goudschilfers meestal verpakt in de bijna waardeloze bolivarbiljetten. Hoewel sommige winkels zijn uitgerust met weegschalen om de goudschilfers te wegen, zijn de meeste verkopers en hun klanten tegenwoordig zo vertrouwd geraakt met de schilfers dat zij ze op het zicht beoordelen.
Deze manier van handel in goudschilfers begint ook door te dringen in de nabijgelegen steden, zoals de regionale hoofdstad Ciudad Bolivar, waar zelfs winkels in winkelcentra het goud graag aannemen in ruil voor dollars.
Bronnen: Eurasia Review, Bloomberg
Foto: Flickr