De totale vraag naar beleggingsgoud in het eerste kwartaal daalde met liefst 34% ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Dat blijkt uit een rapport van de World Gold Council dat op donderdag werd vrijgegeven.
Op het eerste gezicht lijken beleggers teleurgesteld met de daling, maar volgens de sectorvereniging is dat niet nodig.
In vergelijking met de “uitzonderlijke niveaus” die we in dezelfde periode vorig jaar zagen, lijkt de beleggingsvraag in het eerste kwartaal van 2017 zwak, maar in realiteit was het volgens Juan Carlos Artigas, de directeur beleggingsresearch bij de World Gold Council, een zeer robuust kwartaal.
Vorig jaar was dit cijfer immers uitzonderlijk sterk. De inflows in goud in het eerste kwartaal van 2016 vloeiden immers voornamelijk naar exchange traded funds, het tweede hoogste cijfer ooit. In de eerste drie maanden van dit jaar bereikten deze inflows 109 ton, wat op jaarbasis een daling inhoudt van 68%. Dat blijkt uit het rapport van de WGC.
In totaal bedroeg de beleggingsvraag naar goud 399 ton, in het eerste kwartaal van 2017. Dat staat in schril contrast met de 607 ton die in het eerste kwartaal van vorig jaar werden opgetekend, maar het jongste cijfer is een pak hoger dan de 278 ton die we in het eerste kwartaal van 2015 hebben opgetekend, tonen de gegevens van WGC aan.
De totale beleggingen in staven en munten stegen met 9% tot 290 ton in het kwartaal, in vergelijking met een jaar eerder.
China was de grootste driver voor de stijging van de vraag naar fysiek edelmetaal. De vraag naar staven en munten vanuit China bereikte 100 ton, een stijging met 30%. De zwakke Chinese munt, bezorgdheid over de vastgoedmarkt en de seizoensboost door het Chinese Nieuwjaar deden de rest.
De zaken zijn dus niet zo negatief als ze op het eerste gezicht lijken, en goud blijft nu eenmaal een zeer gewild beleggingsactief.
[xyz-ihs snippet=”monsterbox”]